We zien dat je Internet Explorer gebruikt, een oude en onveilige browser. Daardoor kunnen we je niet de mooie website voorschotelen die we zouden willen.
Je bent van harte welkom in elke andere browser zoals bijvoorbeeld Chrome, Firefox of Microsoft Edge. Wij wachten hier wel, tot zo!
Mensen die bijziend zijn, zien in de verte onscherp, maar dichtbij goed. Dit komt omdat het beeld van een voorwerp waar iemand naar kijkt, niet gefocust wordt op het netvlies, maar iets voor het netvlies. Dit kan komen omdat het hoornvlies te sterk gekromd is, de lens te sterk breekt, het oog te lang is of een combinatie van die factoren. Bijziendheid is een brekingsfout (refractiefout) die goed op te lossen is met een bril.
Myopie wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een combinatie van erfelijke en omgevingsfactoren. De stijging van het voorkomen bijziendheid in de afgelopen 50 jaar suggereert volgens sommigen dat het doen van veel werk dichtbij (lezen, computeren) een grotere kans op bijziendheid zou geven.
Bij kinderen die een brilsterkte hebben die 'hoger dan de leeftijd' is, kan er sprake zijn van een erfelijke oogaandoening. De meest voorkomende erfelijke netvliesaandoeningen met hoge bijziendheid zijn Bornholmse kegeldysfunctie, congenitale stationaire nachtblindheid (CSNB) en retinitis pigmentosa. Er kan ook sprake zijn van andere aandoeningen, zoals het syndroom van Stickler of een lensluxatie.
Bij kinderen die al op heel jonge leeftijd hoge bijziendheid hebben is het daarom belangrijk onderzoek te doen naar de oorzaak. Behalve oogheelkundig onderzoek is daarvoor vaak elektrofysiologisch onderzoek (ERG) en genetisch onderzoek nodig.
Als er sprake is van een erfelijke aandoening is behandeling van de hoge bijziendheid, bijvoorbeeld met atropine-druppels, niet aangewezen. Ook het advies om minder op beeldschermen te kijken gaat dan niet helpen. De hoge bijziendheid is namelijk onderdeel van de erfelijke aandoening en behandeling daarvoor is (nog) niet mogelijk.